Omdat ik ADHD heb—de ADD variant om precies te zijn—houd ik mezelf vrij goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het vlak van behandeltechnieken. Dat is echter niet altijd zo eenvoudig. Omdat ADHD nog betrekkelijk slecht begrepen wordt, zijn er wereldwijd verschillende diagnostische criteria en behandelingen die gebruikt worden binnen de psychiatrie. In Frankrijk zal men bijvoorbeeld minder snel medicamenteus ingrijpen, maar eerst gedragstherapie proberen. In de Verenigde Staten is het juist omgekeerd. Daar meent men dat het verbeteren van het gedrag van de patient vooral een kwestie is van het toedienen van medicatie. Dat er mitsgaders een nogal groot verschil is in de diagnostiek van ADHD tussen de twee wereldwijd meest gebruikte handboeken (DSM V en ICD-11) maakt de zaak ook niet eenvoudiger.
Dit gebrek aan eenduidigheid is er volgens mij in grote mate debet aan dat in veel gevallen onjuist de diagnose ADHD wordt gegeven. En dat leidt dan tot misverstanden. Op feestjes bijvoorbeeld. Dan zie je een kennis, en praat je even bij. En als je dan zegt dat je een half jaar geleden de diagnose ADHD hebt gekregen, dan heb ik weleens de reactie gehad "Jij ook al? Echt iedereen die ik ken in Het Gooi heeft ADHD tegenwoordig, het lijkt wel een soort mode of zo." Een serieuze conversatie is dan verder eigenlijk niet meer mogelijk. Erg vervelend.
Ik krijg echter wel de indruk dat de psychiatrie in Nederland daar gelukkig verandering in probeert te brengen. Bijvoorbeeld wat kritischer naar de diagnostiek te kijken, of door goede publieke voorlichting te bieden. Zeker dat laatste zal mettertijd hopelijk resulteren in wat meer begrip. Zo wordt op sociale media regelmatig de nieuwste inzichten vermeldt. Een goede zaak. Echter, voordat je wat op je Facebook pagina plempt moet je je wel enigszins kritisch opstellen en niet alles wat in de vakliteratuur gepubliceerd wordt klakkeloos overnemen. Want dat was nu juist onderdeel van het probleem. Maar helaas zag ik onlangs precies zo'n voorbeeld van klakkeloos overnemen op de website van het ADHD netwerk: ADHD EN LAAG VITAMINE D
In dat bericht stelt de auteur (Sandra Kooij) dat recent onderzoek aantoont dat aanvulling van vitamine D de ernst van de ADHD klachten vermindert in kinderen. Dat klinkt mooi als dat zo is, maar ze verwijst naar een publicatie waar ik wel het nodig op aan te merken is. De publicatie waar ze naar verwijst is getiteld "Effect of vitamin D supplementation as adjunctive therapy to methylphenidate on ADHD symptoms: A randomized, double blind, placebo-controlled trial."
In dat dubbel-blinde onderzoek werden circa 60 ADHD kinderen aselect verdeeld in twee groepen. Gedurende twee maanden kreeg de ene groep een vitamine D supplement, terwijl de andere slechts een placebo kreeg. De onderzoekers gebruikten vervolgens drie verschillende methoden om verandering in de klachten te meten, na vier weken en na acht weken. Welnu, ik heb het artikel gelezen en ik heb inderdaad een paar aanmerkingen.
Ten eerste hadden de ADHD proefpersonen die deelnamen aan het onderzoek allemaal sowieso al een tekort aan vitamine D voordat het onderzoek begon. Dus je kunt al niet bij voorbaat zeggen dat het innemen van vitamine D3 supplementen een verbetering zal geven in alle kinderen. Dit onderzoek zegt alleen wat over verbetering in klachten bij kinderen met ADHD die een tekort hebben aan vitamine D. En in dat geval is extra vitamine D natuurlijk altijd een goed idee, dus ook in kinderen die geen ADHD hebben. We noemen het niet voor niets een tekort.
Bovendien lijken de resultaten mij ook niet zo volkomen onomstotelijk dat je daar zonder meer een voedingsadvies aan kunt koppelen. Kijken we alleen naar verbetering in de vitamine D groep, dan melden de onderzoekers voor slechts één van de drie methoden een statistisch significant verschil van P = 0.04 tussen week 4 en week 8. Nou, dat is echt kantje boord in de wereld van de statistiek. En als we kijken naar verschillen tussen de twee groepen, dan schrijven de onderzoekers dat bij slechts één van die drie methoden een statistisch significant verschil werd gevonden. En alsof dat al niet erg genoeg was, betrof het een verschil waar wederom tamelijk bescheiden P-waardes aan hangen van slechts P = 0.013 (na 4 weken) en P = 0.016 (na 8 weken). Zeker niet spectaculair gezien het feit dat de placebo groep na twee maanden zelfs een haast statistisch significante verergering (P=0.089) liet zien in het vitamine D tekort. Dus de verschillen in de vitamine D sera gehaltes tussen de twee groepen werd niet alleen groter door de stijgende sera gehaltes in de vitamine D groep, maar ook door de toegenomen deficiëntie in de placebo groep. En zelfs met het grootst mogelijke verschil in vitamine D was het statistische verschil tussen de twee groepen dus met slechts één van de gedrag meet methoden aan te tonen. En dan nog maar net. En dan betrof het in niet eens de "primary outcome measure" (de methode waar de onderzoekers het meeste belang aan hechten), want daar waren de resultaten juist nergens statistisch significant.
Als we dan verder in aanmerking nemen dat een van de co-auteurs publicaties op zijn naam heeft staan als "Evaluation of sleep quality among bus drivers", en "The role of mother in informing girls about puberty: a meta analysis study", dan krijg ik ook niet direct de indruk dat deze onderzoeksgroep echt voorop loopt in ADHD onderzoek. Dat wil niet zeggen dat het onderzoek echt slecht is, maar het lijkt me allemaal wel aanleiding om met een gezonde kritische blik naar de uitkomsten te kijken. Dus om een dergelijke publicatie meteen te gebruiken om het medische advies te onderbouwen dat iedere ADHD patient voortaan maar beter extra vitamine D supplementen kan innemen—of die persoon nou een vitamine D tekort heeft of niet—vind ik dan toch wel een beetje... impulsief.
Reacties