Doorgaan naar hoofdcontent

Korpschef Akerboom en de aanpak van 'happy time'

Een corrupte douanier die ladingen cocaïne de Rotterdamse haven hielp door te sluizen. Het illegaal lozen in natuurgebieden van chemisch afval afkomstig van ecstasy producerende drugslaboratoria. Dode toeristen in Amsterdam, overleden door een overdosis aan witte heroïne die ze voor cocaïne hielden. Brutale liquidaties van drugscriminelen, op straat en in daglicht. Het is inderdaad duidelijk dat de drugshandel voor de nodige problemen zorgt. En de heer Akerboom—korpschef van de nationale politie—vindt dat er niet genoeg gedaan wordt om die problemen op te lossen.

Akerboom komt vervolgens met een aantal aanbevelingen, maar ook een nogal aparte opmerking gericht aan drugsgebruikers. De korpschef meent namelijk dat drugsgebruikers ook zelf verantwoordelijk zijn voor drugscriminaliteit, doordat ze met het kopen van drugs de drugshandel financieren. En ook minister Grapperhaus van justitie is het met dat laatste argument eens, en maakt daarbij de volgende opmerking: "Drugs worden geassocieerd met een 'happy time', alsof het erbij hoort. Ik accepteer die acceptatie niet. Achter een pil of 'lijntje' schuilt een wereld van keiharde criminaliteit; liquidaties, witwassen, corruptie, fraude en milieucriminaliteit."

De gedachte dat de consument van verboden genotsmiddelen daarmee ook schuld heeft aan de onwenselijke gevolgen van de onderliggende criminele activiteiten, is mijns inziens nogal pervers. Hoe zouden we nu reageren op de opmerking van Grapperhaus, als hij deze had gemaakt tijdens de drooglegging in de verenigde staten? Afgezien van wat historici erover geschreven hebben, had ieder econoom je toentertijd al kunnen vertellen dat de criminalisering van alcoholconsumptie zou resulteren in een verstoring van de wet van vraag en aanbod, en daarmee het verdienmodel van de 'bootleggers' en 'moonshiners' creëert. Feitelijk betrof verbod op alcoholische dranken eerder een door de overheid gereguleerd marktmechanisme dan een strafrechtelijk middel om de maatschappij te beschermen. En beschermen tegen wie eigenlijk? Tegen zichzelf? Dat is vrijwel onmogelijk. Het loont daarom bijna niet de moeite te voorspellen wat er gaat gebeuren als accijnzen op tabak zo drastisch verhoogd zouden worden dat het voor de meeste mensen niet meer te betalen zou zijn. Dan zouden er direct bendes ontstaan die tabak smokkelen, of zelf illegaal sigaretten produceren. Een ander scenario is eigenlijk ondenkbaar, en recente voorbeelden wijzen ook al duidelijk in die richting

De kern van het probleem ligt dus niet bij de consument van (party)drugs, maar bij het tegennatuurlijke beleid van de overheid om dergelijke genotmiddelen te verbieden. De korpschef richt zijn pijlen op een relatief kleine groep jongvolwassenen die vooral sporadisch en met mate gebruik maken van drugs, kennelijk zonder daar ernstige functionele problemen van te ondervinden of lichamelijke afhankelijkheid te ontwikkelen. Wat is dan het probleem met deze drugs? Ja, er kleven natuurlijk altijd gezondheidsrisico's aan dergelijk hedonistisch consumentisme. Longartsen roepen jaren dat zelfs 'zo nu en dan' een sigaret opsteken de kans op kanker al duidelijk verhoogt. En alcohol is eigenlijk ook niet goed, zelfs niet met mate. Wie een paar glazen wijn per dag drinkt, sterft gemiddeld een half jaar eerder. Maar wie ligt daar nu wakker van? Er zijn geheelonthouders die op hun vijftigste al kanker krijgen, en verstokte rokers die ruim negentig jaar oud worden. Als je een arts daar op wijst, dan zegt hij waarschijnlijk dat het omgekeerde statistisch vaker voorkomt. Maar hij zal ook zeggen dat er geen garanties zijn in het leven. Het zijn kansen, het is dus allemaal een beetje een gok. En daar worstelen veel mensen mee. Ieder probeert voor zich een enigszins geïnformeerde afweging te maken tussen het genieten in het hier en nu, en de kans wat eerder te overlijden. Bovendien hamert elk kabinet van Rutte op de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Kan de korpschef zich daarom niet beter afvragen of het verbod op dergelijke middelen nog te rijmen is met de visie van de overheid?

Bovendien staan de opvattingen van zowel de korpschef als de minister ietwat haaks op het beleid van de regering, die recent de eerste stappen heeft gezet naar het legaliseren van de wietteelt. Wat dat betreft is meer internationale samenwerking zeker noodzakelijk, maar dan met name om andere EU landen te overtuigen dat de strijd tegen drugshandel vooral criminele organisaties rijk maakt. Doorgaan op de huidige voet houdt drugshandel veel te lucratief, en dat betekent dat er in de toekomst meer drugscriminelen een graantje proberen mee te pikken. Het gevolg is dat de rivaliteit tussen bendes toeneemt, en meer rivaliteit staat helaas gelijk aan meer afrekeningen. Afrekeningen die tegenwoordig ook steeds vaker uitgevoerd worden met volautomatische militaire aanvalsgeweren. Kan de korpschef zich dan ook niet beter afvragen of de prioriteiten van de politie meer gericht moeten zijn op het aanpakken van de illegale wapenhandel? Ik lees liever in de krant dat er één Kalasjnikov in beslag is genomen, dan dat er alweer een paar ton cocaïne in een roestige zeecontainer met bananen is ontdekt. Daarnaast kost het de samenleving ook een enorme investering om al die drugscriminelen op te sporen, te vervolgen, en jarenlang in de gevangenis op te sluiten. Het is dweilen met de kraan open, en dat is voornamelijk te wijten aan de overheid—trouwens niet enkel de Nederlandse overheid—die deze verkapte marktregulering verkiest boven het veel zindelijker beleid dat allang voor tabak en alcohol geldt. 
De gereguleerde productie en verkoop van bepaalde drugs heeft een aantal voordelen. Een professioneel productieproces garandeert een samenstelling met de meest veilige afgifte van de werkzame stoffen. Bovendien worden de afvalstoffen van het productieproces dan ook niet langer in natuurgebieden gedumpt, maar op een veilige manier afgevoerd. Bovendien kan door het heffen van accijnzen de voorlichting op scholen gefinancierd worden, of landelijke campagnes om gebruik te ontmoedigen, alsmede de overige drugs gerelateerde (medische) kosten voor de samenleving. De veelal dubieuze productiemethoden die we nu zien in clandestiene druglabs resulteren daarentegen in nogal uiteenlopende kwaliteit van de drugs. Er is daardoor een verhoogd risico dat feestgangers aan ernstig schadelijke (vul)stoffen blootgesteld worden, of onbedoeld een overdosis krijgen. Hebben deze drugsgebruikers wat dat betreft niet evenveel recht om Akerboom en Grapperhaus te wijzen op hun verantwoordelijkheid hierin? En als de overheid daarop antwoordt "Gebruik dan geen drugs", horen we dan niet een klein beetje de paus die de AIDS epidemie bestrijdt met het advies om geen seks te hebben buiten het huwelijk?
Het is natuurlijk ook zo dat de Nederlandse overheid rekening moet houden met internationale regels en afspraken met betrekking tot drugsbeleid, dus zomaar een andere aanpak van het drugsprobleem kiezen is niet zo eenvoudig. Dat betekent echter niet dat men ook nog vanachter een wetboek moet gaan roepen dat al die mensen die gewoon proberen te genieten van het leven fout bezig zijn.

Reacties

Populaire posts van deze blog

De idiote geheimzinnigheid over scheikundige naam van 'zelfmoordpoeder'

Soms zie ik op een webpagina iets waarvan ik bij mezelf denk " Goh, wat dom. " Zo ook gisteren, toen ik op de webpagina van de NOS keek. Ik kwam daar namelijk een item tegen over dat rare 'zelfmoordpoeder', waar Coöperatie Laatste Wil onlangs uitgebreid mee in het nieuws is gekomen. De NOS heeft nu vervolgens een uitgebreid stukje geplaatst , inclusief een gefilmd interview, met ene Rob Lemmens die online allerlei chemicaliën verkoopt. Het was de heer Lemmens namelijk opgevallen dat er  sedert de media aandacht opeens veel meer bestelling dan gewoonlijk binnenkomen voor een bepaald wit poedertje in zijn assortiment. En dit heerschap zegt ook aanwijzingen te hebben gevonden dat zijn poedertje op 'internet fora' wordt aanbevolen als gelijkwaardig alternatief voor het 'zelfmoordpoeder' van Coöperatie Laatste Wil. Zowel Coöperatie Laatste Wil, de NOS, en deze internet handelaar houden de naam van het 'zelfmoord poedertje' angstvallig geheim.

Jan Bonte over mRNA-vaccins en gebroken hartjes

Laatst ben ik weer even op bezoek geweest op de webstek van onze grote vriend Maurice de Hond. En wie kom ik op zijn blog tegen? Jan Bonte, die ook wel bekend staat onder zijn nom de plume Jan B. Hommel. "Wat nóu weer?!"—hoorde ik mezelf verzuchten toen ik zijn lange lap tekst met de titel " Hartspierontsteking en ontsteking van het hartzakje na mRNA-vaccin " zag. Maar goed, de laatste keer was het ook vermakelijk om diens schrijfsels te bekritiseren. Misschien ook ditmaal. Deze keer maakt Bonte geen volledige ridicule en ongepaste vergelijking met de tweede wereld oorlog, maar waagt hij zich aan een pleidooi om kinderen en jonge adolescenten niet te vaccineren, omdat volgens hem de kans op hartziekten door het de mRNA vaccins niet opwegen tegen de risico's van een COVID-19 besmetting. Zijn relaas begint met een betoog dat de opzet en uitkomsten van de klinische trials van de mRNA vaccins niet deugden, en dat big pharma slecht is. Dat is echter al lang

Boetes voor niet-handsfree bellen te hoog?

De verkeersboetes zijn weer verhoogd, waaronder ook de boete voor niet-handsfree bellen . Experts zijn ertegen, en beargumenteren dat de pakkans verhogen belangrijker is. Bovendien zouden mensen door te hoge boetes het idee krijgen dat ze een soort melkkoe zijn om begrotingstekorten elders te dichten. Maar klopt dat wel? Dat de pakkans een belangrijke factor is, is al langer bekend. Dat is vrij recent nog als belangrijkste reden genoemd voor de toename in het aantal ongevallen met dronken bestuurders . Er moet dus zeker meer geïnvesteerd worden in de verkeerspolitie en andere handhaving middelen zoals traject controles op snelwegen. Daar ben ik het mee eens. Het 'melkkoe' argument is een ander verhaal, daar ben ik het niet mee eens. Je vraagt je af of bestuurders die zo redeneren wel weten wat een ongeval met letsel door niet-handsfree bellen gemiddeld kost. Ieder dodelijk ongeval kost per verloren mensenleven ongeveer 6.5 miljoen euro (materiële en immateriële schade), en gemi